Hoge Raad: óók de Wet rechtsherstel box 3 is discriminerend
6 juni 2024 | Inkomstenbelasting
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in een aantal zaken over de belastingheffing in box 3 na de invoering van de Wet rechtsherstel box 3 (Herstelwet). Deze wet is ingevoerd na het geruchtmakende Kerstarrest van de Hoge Raad eind 2021. In dat arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het per 1 januari 2017 geldende forfaitaire stelsel in strijd is met het discriminatieverbod van het EVRM en het eigendomsrecht. In dat forfaitaire stelsel werd de verschuldigde belasting berekend aan de hand van een fictief rendementspercentage. Zo werd uitgegaan van een rendement van 6,04% op beleggingen en andere bezittingen, terwijl dit niet altijd overeen kwam met het daadwerkelijk genoten rendement. De uitkomst van het huidige arrest is dat óók de Herstelwet én de Overbruggingswet – die oplossing moesten bieden aan deze problematiek – discriminerend zijn.
Oordeel Hoge Raad over Wet rechtsherstel
De Herstelwet probeert te verbeteren door aan te sluiten bij de werkelijke verdeling van vermogen in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden, met voor elke categorie een specifiek rendementspercentage. Echter, voor ‘overige bezittingen’ blijft de formule voor de berekening van het forfaitaire rendement identiek aan die van 2017, gebaseerd op een fictieve mix van verschillende beleggingstypen.
De Raad merkt op dat de Herstelwet vooral voor risicomijdende beleggers in banktegoeden werkt, omdat het forfaitaire rendement dicht bij het werkelijke rendement ligt. Voor beleggers in overige bezittingen blijft echter het probleem van ongelijke behandeling bestaan, afhankelijk van hun beleggingssucces. Dit leidt tot discriminatie door een forfaitair systeem dat uitgaat van gemiddelde rendementen, waardoor individuele beleggers niet gegarandeerd het gemiddelde rendement behalen.
Hoge raad: ook overbruggingswet box 3 is discriminerend
Voor de op 1 januari 2023 in werking getreden Overbruggingswet box 3 geldt hetzelfde als voor de Herstelwet. De Overbruggingswet sluit met betrekking tot de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen zoveel mogelijk aan bij de berekening volgens de Herstelwet. Ook dit beoordeelde de Hoge Raad als discriminerend.
Het begrip werkelijk rendement
Wat wordt er precies onder ‘werkelijk rendement’ verstaan? De Hoge Raad heeft regels vastgesteld voor de bepaling van het werkelijke rendement, waarbij het hele vermogen in box 3 betrokken wordt, zonder het heffingvrije vermogen. Het werkelijke rendement bestaat uit alle directe voordelen zoals rente, dividend en huur, plus waardeveranderingen van vermogensbestanddelen, ongeacht of ze gerealiseerd zijn. Kosten worden hierbij buiten beschouwing gelaten, maar bij schulden kan wel rekening worden gehouden met relevante renten. De bewijslast voor een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire ligt bij de belastingplichtige.
Omvang rechtsherstel
In relevante gevallen moet rechtsherstel worden toegepast door de belastingaanslag zo aan te passen dat alleen belasting over het werkelijke rendement wordt geheven.
Wat betekent dit voor jou?
Ben je benieuwd welke implicaties de uitspraak heeft voor jou? Neem gerust contact op met onze belastingadviseurs. Ze helpen je graag verder. Verder lezen over dit onderwerp? Lees hier het volledige oordeel van de Hoge Raad