Belastingdienst houdt administrateur ten onrechte aansprakelijk voor belastingfraude van bv
4 april 2024 | Formeel recht
De administratie van een failliete bv bevat een creditfactuur van bijna € 500.000 inclusief btw. Volgens de inspecteur is deze creditfactuur vals, omdat er geen factuur tegenover staat. De valse creditfactuur zou in de administratie zijn opgenomen om de inspecteur en de curator te misleiden. In een strafzaak veroordeelde de rechtbank de administrateur van de bv tot een taakstraf van 120 uur of 60 dagen hechtenis. Echter, in hoger beroep sprak Hof Den Bosch de administrateur toch vrij.
Valse factuur in administratie is nog geen 'gebruik'
Na het faillissement van de bv ontdekte de inspecteur tijdens een boekenonderzoek naar de btw-afdracht van 2015 tot 2018 de betwiste creditfactuur, wat de aanleiding was voor de strafzaak. De administratie sloot bovendien niet aan op de btw-aangiften, wat de situatie verdacht maakte. Echter, het hof stelde dat enkel het opmaken of opnemen van een valse factuur in de administratie niet gelijkstaat aan het gebruik ervan, een onderscheid dat al in 1985 door de Hoge Raad werd gemaakt. Pas wanneer de administratie werd overgedragen aan de curator, was er sprake van 'gebruik van de factuur'. Echter, op dat moment van overdracht was de administrateur niet langer werkzaam voor de bv, waardoor het hem niet ten laste gelegd kon worden dat de valse factuur gebruikt werd.
Verder merkte het hof op dat de verantwoordelijkheid voor een deugdelijke administratie bij de bv zelf ligt, en niet bij de individuele administrateur. Ondanks dat de administrateur was aangesteld om de administratie op orde te brengen, was dit nog niet gelukt. Toch kon hem juridisch gezien geen verwijt gemaakt worden van het niet voldoen aan deze administratieplicht. Al met al komt de administrateur met de schrik vrij.
